In een les Nederlands, muzisch taalgebruik en mediaopvoeding gingen we met de klas aan de computer op zoek naar leuke tongbrekers: zinnen of woorden die moeilijk uit te spreken zijn. Hieronder zie je het resultaat. We vonden heel wat leuke voorbeelden! Probeer ze alvast maar even uit!
- Ruud Rups raspt rap rode ronde radijsjes.
- Het monster morst mosterd op zijn mosterdzaadbrood.
- Kobe de Kobe knoopt koperen knopen, maar als Kobe de Kobe geen koperen knopen knopen kan, dan is er een man die Kobe de Kobe zijn knopen knopen kan.
- De zakkenrollende zakkenroller rolde een andere zakkenrollende zakkenroller zijn zakken.
- Kapper Knap, de knappe kapper, knipt en kapt heel knap, maar de knecht van kapper Knap, de knappe kapper, knipt en kapt nog knapper dan kapper Knap, de knappe kapper.
- Ping en Pong speelden pingpong. Ping pingpongde de pingpongbal naar Pong en Pong pingpongde de pingpongbal naar Ping.
- Er zwommen zeven zwanen al in de Zuiderzee, ze konden de zon in zee zien zinken en dat was een zalig gezicht zeg.
- Frans zei tegen Frans in het Frans:
"Is Frans in het Frans ook Frans?"
"Nee", zei Frans tegen Frans in het Frans,
"Frans in het Frans is niet Frans,
Frans in het Frans is François." - Liesje leerde Lotje lopen langs de lange LIndelaan, maar toen Lotje niet wou lopen, liet Liesje Lotje staan.
- Klappertandend kwam Kees Koukleum kolen kopen. Kijk kijk, kakelde kolenkoopman Kuipers. Kees klappertandt! Koud, Kees? Kerel, klaagde Kees. Krakende knieën, klapperende kiezen, compleet knikkende kuiten.
- Curieuze kou, knikte Kuipers. Koop kolen, knul! Kolen kunnen kou klein kringen.
- Zeven Zaanse zotten zullen zes zomerse zondagen zwemmen zonder zwembroek. Zuster zaliger zegt: ze zijn zot zeg, ze zullen zeker zinken.
- Gijs grijpt de grijsgrauwe gans graag gauw.
- Trillend trippelde tante Tiny tandloos naar de treiterende tandarts toe
- Vissende vissers die vissen naar vissen en vissende vissers die vangen vaak bot. De vis waar de vissende vissers naar vissen, vindt vissende vissers vervelend en rot.
- De dunne dokter duwde de dikke dame door de draaiende draaideur.
- De koetsier poetst de postkoets met postkoets poets.
- Ik blijf herhalen dat je de herhaling moet herhalen. Als je de herhaling goed herhaalt, hoef je de herhaling niet meer te herhalen.
- De slome slak eet slappe sla.
- Als apen apen na-apen apen apen apen na.
- In het kleine klooster klotsten die kleine krootjes in een kom met soep.
- Ezels eten netels niet en netels eten ezels niet.
- Als vliegen achter vliegen vliegen, vliegen vliegen vliegensvlug.
- De pasgewassen was was pas gewassen nadat de pasgewassen was gewassen was.
- Jeukt jouw jeukerige neus net zoals mijn jeukerige neus jeukt?
- Normaal eet een eend geen eend. Maar als een eend een eend eet, dan eet die eend een eend die geen eend eet.
- Een pet met een platte klep is een plattekleppet.
- To en Tom aten tomaten. Tom at en To vrat.
- De kat krabt de krullen van de trap.
- Een rover heeft het er wel voor over om bij een roofoverval voorover te vallen.
- Papa bukt zich en pakt de platte blauwe bakpan.
- De meid sneed zeven scheve sneden brood.
- Tijdens de afwas viel de asbak in de afwasbak.