donderdag 28 november 2013

Tongbrekers

In een les Nederlands, muzisch taalgebruik en mediaopvoeding gingen we met de klas aan de computer op zoek naar leuke tongbrekers: zinnen of woorden die moeilijk uit te spreken zijn. Hieronder zie je het resultaat. We vonden heel wat leuke voorbeelden! Probeer ze alvast maar even uit!

  • Ruud Rups raspt rap rode ronde radijsjes.
  • Het monster morst mosterd op zijn mosterdzaadbrood.
  • Kobe de Kobe knoopt koperen knopen, maar als Kobe de Kobe geen koperen knopen knopen kan, dan is er een man die Kobe de Kobe zijn knopen knopen kan.
  • De zakkenrollende zakkenroller rolde een andere zakkenrollende zakkenroller zijn zakken.
  • Kapper Knap, de knappe kapper, knipt en kapt heel knap, maar de knecht van kapper Knap, de knappe kapper, knipt en kapt nog knapper dan kapper Knap, de knappe kapper.
  • Ping en Pong speelden pingpong. Ping pingpongde de pingpongbal naar Pong en Pong pingpongde de pingpongbal naar Ping.
  • Er zwommen zeven zwanen al in de Zuiderzee, ze konden de zon in zee zien zinken en dat was een zalig gezicht zeg.
  • Frans zei tegen Frans in het Frans:
    "Is Frans in het Frans ook Frans?"
    "Nee", zei Frans tegen Frans in het Frans,
    "Frans in het Frans is niet Frans,
    Frans in het Frans is François."
  • Liesje leerde Lotje lopen langs de lange LIndelaan, maar toen Lotje niet wou lopen, liet Liesje Lotje staan.
  • Klappertandend kwam Kees Koukleum kolen kopen. Kijk kijk, kakelde kolenkoopman Kuipers. Kees klappertandt! Koud, Kees? Kerel, klaagde Kees. Krakende knieën, klapperende kiezen, compleet knikkende kuiten.
  • Curieuze kou, knikte Kuipers. Koop kolen, knul! Kolen kunnen kou klein kringen.
  • Zeven Zaanse zotten zullen zes zomerse zondagen zwemmen zonder zwembroek. Zuster zaliger zegt: ze zijn zot zeg, ze zullen zeker zinken.
  • Gijs grijpt de grijsgrauwe gans graag gauw.
  • Trillend trippelde tante Tiny tandloos naar de treiterende tandarts toe
  • Vissende vissers die vissen naar vissen en vissende vissers die vangen vaak bot. De vis waar de vissende vissers naar vissen, vindt vissende vissers vervelend en rot.
  • De dunne dokter duwde de dikke dame door de draaiende draaideur.
  • De koetsier poetst de postkoets met postkoets poets.
  • Ik blijf herhalen dat je de herhaling moet herhalen. Als je de herhaling goed herhaalt, hoef je de herhaling niet meer te herhalen.
  • De slome slak eet slappe sla.
  • Als apen apen na-apen apen apen apen na.
  • In het kleine klooster klotsten die kleine krootjes in een kom met soep.
  • Ezels eten netels niet en netels eten ezels niet.
  • Als vliegen achter vliegen vliegen, vliegen vliegen vliegensvlug.
  • De pasgewassen was was pas gewassen nadat de pasgewassen was gewassen was.
  • Jeukt jouw jeukerige neus net zoals mijn jeukerige neus jeukt?
  • Normaal eet een eend geen eend. Maar als een eend een eend eet, dan eet die eend een eend die geen eend eet.
  • Een pet met een platte klep is een plattekleppet.
  • To en Tom aten tomaten. Tom at en To vrat.
  • De kat krabt de krullen van de trap.
  • Een rover heeft het er wel voor over om bij een roofoverval voorover te vallen.
  • Papa bukt zich en pakt de platte blauwe bakpan.
  • De meid sneed zeven scheve sneden brood.
  • Tijdens de afwas viel de asbak in de afwasbak.